Elektrisch rijden

Wat je moet weten over elektrisch rijden

Elektrisch rijden is wel even anders dan het rijden in een benzine- of dieselauto. Daar zullen steeds meer automobilisten achter komen, nu er meer betaalbare e-auto’s op de markt komen en de belangstelling hiervoor snel toeneemt. Wij zetten alles wat je moet weten over elektrisch rijden op een rij. 

Automaat

Een elektrische auto heeft geen versnellingen; een elektromotor kan z’n werk op alle snelheden doen. Voor bestuurders die gewend zijn aan een automaat, voelt dat vertrouwd. Toch is het wel anders, want een gewone automaat voel je altijd nog tussen de ‘trappen’ schakelen en deze niet. Ook anders is de directe reactie van een elektrische auto: wie het gaspedaal (eigenlijk energiepedaal) intrapt, schiet vooruit. Dat is echt niet alleen voorbehouden aan een dure Tesla. Ook een Renault Zoe, BMW i3, Hyundai Kona of Nissan Leaf sprint als een sportieve benzine-auto. Enig minpunt: je voelt soms in het weggedrag en de vering dat de auto een zwaar batterijenpakket met zich meedraagt.

Een pedaal

In een elektrische auto rijd je grotendeels met een pedaal: het gaspedaal. Als je dat intrapt, wordt energie uit de accu gebruikt om de elektromotor laten draaien. Als je het pedaal loslaat of remt, gebeurt het omgekeerde: de elektromotor wordt dan een dynamo. Hij neemt energie terug en slaat die op in de accu. Daardoor rem je af, bij sommige auto’s zelfs tot complete stilstand. Het rempedaal gebruik je hierdoor minder vaak dan bij een auto met een verbrandingsmotor. Dat went best snel. De mate van regeneratie, oftewel de kracht van het afremmen met het winnen van energie als gevolg, is overigens instelbaar. Zo kun je op basis van je persoonlijke voorkeur – en om niet misselijk te worden – het afremmen meer of minder krachtig maken.

Laadpalen

In ‘wereldkampioen laadpalen’ Nederland valt het reuze mee met de laadstress: er zijn in ons land nu zo’n 40.000 openbare laadpalen en 80.000 privé-laadpalen. In veel andere Europese landen is het tekort aan laadpalen nog wel een probleem. De laadsnelheid verschilt sterk per type auto en paal en wordt uitgedrukt in het vermogen: kW (kilowatt). Er zijn zogenoemde snelladers (momenteel zo’n 1200 stuks) en normale laadpalen. Bij sommige modellen kan het bij een gewone laadpaal wel meer dan 12 uur duren voordat het batterijenpakket weer vol zit. Maar met een snellader kan je accu binnen een half uur bijna vol zijn. Met de snelste laders van dit moment (350-450kW) krijg je er met zes minuten laden zelfs zo’n 200 km bereik bij. 

Wat het bereik van je elektrische auto precies is, hangt overigens af van diverse factoren. Niet alleen de accucapaciteit, maar ook de efficiëntie van de elektromotoren, het gewicht van de auto, de snelheid waarmee je rijdt(stadsverkeer/snelweg) en de aerodynamica spelen een rol. Ook het weer speelt mee: vooral kou heeft een negatieve impact op de actieradius.

De normale laadpaal (een openbare laadpaal of thuislader) werkt op wisselstroom. Het maximale vermogen, oftewel de laadsnelheid, is afhankelijk van de interne lader van de auto. Stroom laden doe je bij voorkeur als je werkt of slaapt. Op het aansluiten en loskoppelen van de kabel na, kost het laden je dan geen tijd. Feitelijk zijn er twee soorten stekkers: een voor traag laden (ac) en een voor snelladen (dc). Er bestaan ook oudere varianten, zoals type 1-stekkers. Meestal kun je met de bij de auto geleverde stekkers en kabels overal terecht. Tesla hanteert alleen bij zijn snelladers een eigen stekkersysteem.

Waar kun je laden?

Openbare laadpalen vind je via apps of websites, die toestemming vragen om je locatie in te zien. Je ziet dan niet alleen waar ze staan, maar ook welk vermogen ze ondersteunen en soms ook of ze bezet zijn. Bovendien worden de kosten getoond. Om gebruik te kunnen maken van een laadpaal heb je een laadpas nodig. Die zijn er in de vorm van een druppel(sleutelhanger) of op creditcard-formaat. Laadpassen vind je bij energiebedrijven, zoals Nuon, Eneco en Vandebron, maar ook bij bedrijven als NewMotion, E-Flux, Plugsurfing, FLOWcharging en The EV Company. De meeste laadpassen zijn gratis aan te vragen. Een probleem is nog wel dat de Nederlandse laadpassen in het buitenland vaak niet werken.

Heel globaal verbruikt een elektrische auto uit de middenklasse zo’n 15 kWh op 100 kilometer. Gemiddeld kost 1 kWh (het verbruik van 1000 watt gedurende een uur) circa 0,35 euro bij een publieke laadpaal. Thuis en bij de ‘eigen’ laadpalen van de provider kan het voor 0,20 (thuis) tot 0,25 euro. Daarmee is de prijs per kilometer bijna een factor drie lager dan bij een benzineauto: 3 cent versus 10 cent, al is dat afhankelijk van diverse factoren. Thuisladen is meestal het goedkoopst; snelladen het duurst. Maar het kan nog goedkoper: bij steeds meer winkels, restaurants of parkeergarages kun je gratis gebruikmaken van snelladers. Er zijn zelfs enthousiastelingen die hebben ontdekt dat je op die manier (nagenoeg) gratis op vakantie kunt. Bijkomend voordeel: in bijvoorbeeld parkeergarages zijn speciale vakken gereserveerd voor elektrische auto’s, vaak ook nog eens handig dicht bij de in- en uitgang. 

Eigen laadpaal

Als je kunt parkeren bij je eigen woning, kun je laden via het stopcontact van thuis of je eigen laadpaal. Een gewoon stopcontact is voldoende voor auto’s die niet sneller dan met 3,7 kW kunnen laden, maar een speciale lader is meestal wel een stuk praktischer. Je kunt kiezen voor een lader voor aan de muur, in een garage of letterlijk een laadpaal. Een eigen laadpaal scheelt gedoe met stopcontacten en losse kabels, en de laadsnelheid is in veel gevallen hoger. Het is aan te raden om een aparte groep in de meterkast met een kiloWattuur-meter te maken voor de laadpaal. De meter houdt exact bij hoeveel energie de laadpaal afneemt. Voor zakelijke rijders is registratie aan de hand van een kiloWattuur-meter zelfs noodzakelijk, vindt de Belastingdienst.